Voor hoogbegaafde kinderen is school soms nog best een uitdaging. Ze kunnen anders denken, kunnen meestal sneller leren en door een grotere gevoeligheid soms heftiger reageren dan andere leerlingen in hun klas. Ze lopen daardoor eerder tegen uitdagingen aan. Om hoogbegaafde leerlingen te helpen, heeft Stichting Baasis een expertgroep opgericht.
Na jaren van plannen en bouwen krijgt het nieuwe IKC Brinkschool in Haren steeds meer vorm. Het hoogste punt van het straks puntgave en multifunctionele schoolgebouw is bereikt. Zoals het nu lijkt, gaan in het voorjaar van 2026 de deuren open. Helemaal klaar voor een mooie toekomst. ‘We kunnen niet
Een spannend, avontuurlijk of informatief boek lezen is niet alleen leuk, het is vooral superbelangrijk. Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen in tijden van vluchtige video’s toch hun leesvaardigheden verbeteren en vol enthousiasme een boek pakken? Voor die vragen moeten de scholen van Stichting Baasis bij de expertgroep lezen
‘Wij denken in kansen en mogelijkheden voor al onze medewerkers’ Wie in beweging blijft, blijft leren. Daarom stimuleert de HR-afdeling van Stichting Baasis zowel jonge als ervaren medewerkers om eens bij een andere Baasis-school te werken. ‘Dat is goed voor de scholen, maar ook voor de ontwikkeling van de medewerkers’,
‘Alles wat je vandaag doet voor een kind, draagt bij aan zijn of haar fundament. Je bouwt aan de toekomst.’ Met die boodschap inspireerde Bart Heeling, leerkracht en gedragsspecialist, een groep leerkrachten van Baasis om bewust te kiezen voor constructieve opmerkingen en feedback. Wat is het verschil tussen ‘je bent
Keten me niet, maar boei me. Met die insteek inspireert Corinne Dekker, van Kracht Coaching & Training leerkrachten van Baasis. Boeiend onderwijs is een thema dat Baasis belangrijk vindt. Het zorgt voor meer leerplezier en beter leren. Corinne, voormalig leerkracht, staat voor de groep en steekt van wal. Kort vertelt
Rekenen is meer dan plus en min. En vooral: rekenen is léuker dan simpelweg optellen en aftrekken. Hoe je kinderen al spelend leert om hun rekenvaardigheden toe te passen in de praktijk en zo bijvoorbeeld leuke puzzels op te lossen of creaties te maken, laat het expertteam rekenen van Baasis
Met trots kunnen Stichting Baasis en Stichting Kinderopvang Haren delen dat bestuurders Friso Kingma en Emmie Huiskes op woensdag 16 april 2025 de intentieverklaring hebben ondertekend voor een intensieve samenwerking binnen het toekomstige Integraal Kindcentrum (IKC) in Haren. Samen zetten we een belangrijke stap richting een plek waar opvang, onderwijs en ontwikkeling naadloos op
Maar liefst 280 leerkrachten, onderwijsassistenten, pedagogisch medewerkers en schooldirecteuren van Stichting Baasis kwamen op woensdag 19 maart 2025 naar De Postwagen in het Groningse Tolbert. Normaliter is het zalencentrum het toneel van bruiloften, congressen en vergaderingen. Nu diende het als decor voor de tweejaarlijkse Baasis-dag, met dit keer de titel
Tot zeven jaar geleden was Leon van der Werf werkzaam in het bedrijfsleven, inmiddels is hij sinds een halfjaar de nieuwe directeur van obs De Wissel in Haren. De overstap naar het onderwijs is een goede keuze gebleken, vertelt hij enthousiast. ‘Ik ben een doener en aanpakker die mensen helpt
Voor hoogbegaafde kinderen is school soms nog best een uitdaging. Ze kunnen anders denken, kunnen meestal sneller leren en door een grotere gevoeligheid soms heftiger reageren dan andere leerlingen in hun klas. Ze lopen daardoor eerder tegen uitdagingen aan. Om hoogbegaafde leerlingen te helpen, heeft Stichting Baasis een expertgroep opgericht. Directeur Rudie Bilder en schoolcoördinator Patricia Visscher van obs Brinkschool in Haren vertellen erover.
De expertgroep hoogbegaafdheid is er voor alle dertien scholen van Baasis en bestaat uit vier leerkrachten die speciaal zijn opgeleid om kinderen met hoogbegaafdheid te begeleiden. ‘We noemen ze plusleerkrachten’, zegt Rudie. ‘Want leerlingen die vastlopen door hun hoogbegaafdheid krijgen een keer per week een dagdeel les in de plusklas. We hebben in totaal vijf clusters verdeeld over onze dertien scholen. Elk cluster heeft zijn eigen vaste plusklasleerkracht. Per kind kijken we wat de vraag is, wat het kind nodig heeft en de plusleerkracht speelt daar vervolgens op in en ontdekt samen met de groepsleerkracht wat de uitdaging van de leerling is.’
De plusleerkrachten zijn er niet alleen voor leerlingen, ook informeren ze leerkrachten en intern begeleiders en organiseren ze jaarlijks bijeenkomsten over hoogbegaafdheid. ‘Daar geven ze bijvoorbeeld tips over hoe je omgaat met hoogbegaafde leerlingen of hoe je hoogbegaafdheid signaleert. De expertgroep is het aanspreekpunt en neemt de rest van de organisatie goed mee met hun kennis’, zegt Rudie.
Dichtbij
De leerlingen krijgen les op een plek die goed bereisbaar is. In Haren bijvoorbeeld, zitten de twee ‘Baasis’-scholen: obs De Wissel en obs Brinkschool en in het nabij gelegen Glimmen zit IKC Quintusschool. Leerlingen voor de plusklas komen een keer per week op één plek in Haren bij elkaar. Patricia: ‘We willen graag de leerlingen op, of dichtbij hun eigen school houden, daarom bieden we ze onderwijs op een van de scholen in de buurt.’
Screening
Stichting Baasis wil hoogbegaafdheid het liefst al zo vroeg mogelijk bij kinderen signaleren. Alle scholen binnen stichting Baasis maken daarom gebruik van een signaleringsinstrument hoogbegaafdheid. De kleuters op de Brinkschool worden bijvoorbeeld na de eerste drie weken op school gescreend. Dan kijken we al of sommige kinderen wat meer aankunnen dan anderen. Dat doen we ook om onderpresteren tegen te gaan’, legt Rudie uit. ‘Die screening doen we vervolgens ook nog een keer in groep 3 en in groep 5. Maar ook een leerkracht kan tussentijds zeggen: die leerling valt op. Zo blijven we goed kijken naar wat een leerling nodig heeft.’
Faalangst
Het kan dan maar zo zijn, dat de leerling een plek krijgt in de plusklas. Daar leren (hoogbegaafde) kinderen met een hulpvraag dankzij het goede werk van de plusleerkrachten en de expertgroep vooral hoe om te gaan met de uitdagingen waar ze tegenaanlopen. ‘De kenmerken van hoogbegaafdheid zorgen er soms voor dat kinderen niet optimaal laten zien wat ze kunnen. Dit noemen we onderpresteren. Ook een verminderde motivatie en moeite hebben met zelfbeheersing en leren en plannen kan voorkomen. Door hier in de plusklassen op in te zetten, hopen we de kinderen beter voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. De kinderen leren ook dat ze fouten mogen maken en hoe je ermee omgaat als het even tegenzit’, zegt Rudie.
Tot bloei
Een enorme winst van de plusklassen is dat hoogbegaafde leerlingen op een vast moment in de week gelijkgestemden ontmoeten. Een feest der herkenning voor velen. ‘Veel hoogbegaafde kinderen voelen zich in hun eigen klas niet begrepen, terwijl ze in de plusklas samenwerken met leerlingen die hen wel snappen’, zegt Patricia. ‘Kinderen worden getriggerd in de plusklas, ze moeten even flink aan de bak. Ze krijgen extra uitdagende opdrachten. Een ochtend in plusklas geeft ze energie voor de rest van de schoolweek. Kinderen die in de klas heel stil of juist heel druk zijn, komen tot bloei in de plusklas. In de plusklas kunnen hoogbegaafde leerlingen even zichzelf zijn. Dat geeft een boost aan hun zelfvertrouwen en motivatie.
Na jaren van plannen en bouwen krijgt het nieuwe IKC Brinkschool in Haren steeds meer vorm. Het hoogste punt van het straks puntgave en multifunctionele schoolgebouw is bereikt. Zoals het nu lijkt, gaan in het voorjaar van 2026 de deuren open. Helemaal klaar voor een mooie toekomst. ‘We kunnen niet wachten’, zeggen directeur Rudie Bilder en schoolcoördinator Patricia Visscher.
Want over één ding zijn beiden het eens: de situatie zoals die nu is, een grote school met ruim 400 leerlingen verdeeld over 2 locaties, is niet ideaal. ‘We zijn enorm gegroeid de laatste jaren in het aantal leerlingen en in onze oude schoolgebouwen kunnen we niet het onderwijs geven dat we graag willen. We zijn daar te beperkt in onze ruimte. Daarom zijn we zo blij met het nieuwe moderne gebouw’, vertelt Rudie. Patricia vult aan: ‘We zijn straks een IKC (integraal kindcentrum). Dus maken we met de kinderopvang en buitenschoolse opvang (BSO) samen gebruik van het nieuwe gebouw. We bieden van ’s ochtends vroeg tot einde middag onderdak aan kinderen van 0 tot 12 jaar.’
Zichtbaarheid
Dat straks alles onder één dak zit, levert vele voordelen op. Vooral de verbeterde verbinding tussen leerkrachten, leerlingen en ouders, is een groot pluspunt. ‘Nu werkt de ene helft van de leerkrachten op de ene locatie en de andere helft op de andere locatie. Hoewel de gebouwen maar tien minuten uit elkaar liggen, is die afstand toch een barrière’, zegt Rudie. ‘We zijn blij dat we straks één team zijn. Dat geeft rust en het verbetert onze zichtbaarheid. We kunnen ons focussen op één locatie. Dat is voor leerkrachten fijn, maar zeker ook voor onze leerlingen en de ouders.’
Overdracht
Een ander voordeel is de onderlinge samenwerking. Rudie noemt als voorbeeld de kinderen van 2 tot 4 jaar. ‘Doordat zij straks bij ons in het gebouw zitten, kunnen ze al af en toe meekijken met de kleutergroepen en kennismaken met de juffen. Daardoor wordt de overgang naar de kleuterklas minder groot’, verwacht hij. ‘En wat betreft de BSO is er straks een duidelijkere overdracht, want de lijntjes met de groepsleerkrachten zijn kort. En de BSO kan bijvoorbeeld extra lessen geven in muziek of koken met de oogsten uit schooltuin De Mikkelhorst, die aan rand van Haren ligt. Die mogelijkheden zijn er straks volop.’
Visie
De afgelopen maanden is hard gewerkt aan een gezamenlijke visie waarmee in het nieuwe IKC gewerkt gaat worden. ‘Die gaat uit van spelen, leren en samenwerken en geldt voor kinderen van 0 jaar tot leerlingen in groep 8 die uitstromen naar het voortgezet onderwijs’, zegt Patricia. ‘Dan moet je denken aan leerpleinen waar kinderen van verschillende leeftijden en groepen samen kunnen werken, maar ook aan kleinere ruimtes voor één-op-één-begeleiding.’
Ateliers
En IKC Brinkschool werkt straks nog meer met ateliers, speciale creatieve lessen waar leerlingen zich voor kunnen aanmelden, bijvoorbeeld dansen, schaken of koken. ‘Daar hebben we straks mooi de ruimte voor’, zegt Rudie. ‘En ook het groene schoolplein maakt straks deel uit van ons onderwijs. Alle lokalen hebben deuren die naar buiten openen, want het schoolplein nodigt uit om naar buiten te gaan. Om lekker te spelen en te bewegen. En we hebben ook grote buitentrap, die ook als podium kan dienen.’
Dakplein
De kinderen van obs Brinkschool kijken ook uit naar het nieuwe gebouw en volgen de bouw op de voet. ‘Bij de ingang hangen de bouwtekeningen van de school, die vinden de kinderen interessant’, zegt Patricia. ‘En we nemen elke week zelf een kijkje met onze leerlingen. We hebben een speciale bak met bouwhelmen. De jongste kinderen vinden vooral het dakplein interessant, het plein dat boven op de school komt. Ze zijn vooral benieuwd hoe dat er straks uit gaat zien.’
Team en kinderen kunnen bijna niet wachten tot de school klaar is!
Â
Een spannend, avontuurlijk of informatief boek lezen is niet alleen leuk, het is vooral superbelangrijk. Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen in tijden van vluchtige video’s toch hun leesvaardigheden verbeteren en vol enthousiasme een boek pakken? Voor die vragen moeten de scholen van Stichting Baasis bij de expertgroep lezen zijn. Vier vragen aan Nicolet Bos, directeur van obs De Schuthoek in Zuidlaren, over de expertgroep.
Wat doet de expertgroep lezen?
‘In de expertgroep komen leerkrachten van verschillende ‘Baasis’-scholen met kennis van en passie voor lezen bij elkaar. Bijna elke school heeft wel een afgevaardigde binnen de expertgroep. De groep komt vier keer per jaar bij elkaar en deelt kennis, successen of vragen die spelen op het gebied van lezen. De opgedane kennis en ideeën nemen ze vervolgens weer mee terug naar hun eigen school. Zo zorgen we bij Stichting Baasis ervoor dat nieuwe inzichten en succesvolle aanpakken niet blijven liggen, maar dat die juist worden verspreid en uitgevoerd. Met als doel om het leesonderwijs op alle scholen leuker en nog beter te maken.’
Waar haalt de expertgroep zelf de kennis vandaan?
‘Ze nodigen regelmatig experts uit, zoals leesdeskundigen of auteurs. Bijvoorbeeld Luc Koning, een leesgoeroe en taalwetenschapper die alles weet over leesvaardigheid van kinderen. Daar zijn alle medewerkers voor uitgenodigd. Ook komt er iemand een lezing geven over hoe je omgaat met leerlingen die de overgang van groep 2 naar groep 3 maken. Dat is echt een kantelpunt, omdat kinderen dan van het benoemen van letters naar echt lezen gaan. Ook bij die lezing is iedereen welkom. Verder haalt de expertgroep kennis uit vakliteratuur die ze zelf lezen en wisselen ze ‘good practices’ uit met collega’s. En aan de hand van Citotoets-gegevens kijken ze op welke vlakken verbetering nodig is. Zo groeit hun eigen expertise. Het is vooral belangrijk dat die kennis uiteindelijk weer bij de scholen terechtkomt.’
Wat merken leerlingen ervan?
‘Sommige scholen van Stichting Baasis, waaronder obs De Schuthoek, zijn afgestapt van begrijpend lezen als apart vak en hebben begrijpend lezen samengevoegd met de wereldoriëntatievakken geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Daarbij lezen leerlingen nu thematisch met rijke teksten. Dat wil zeggen dat we teksten gebruiken die aansluiten bij de thema’s die centraal staan, bijvoorbeeld de Vikingen of Romeinen. Om specifiek over een bepaald thema te lezen en leerlingen bijvoorbeeld een samenvatting te laten maken, lezen leerlingen niet alleen, ze leren ook nog echt iets over het onderwerp. Dat maakt lezen leuker. Ook lezen leerlingen allemaal op vaste momenten een boek op een fijne plek in de school. Er wordt veel gesproken over boeken. Wanneer de leerkracht voorleest of leerlingen allemaal hetzelfde boek lezen, stelt de leerkracht vragen over het verhaal. Zo gaat het boek nog meer leven en is lezen nog spannender en leuker.’
Wat levert het op?
‘De interesse voor lezen is vooral bij kinderen in de bovenbouw het minst. Dat komt bijvoorbeeld door de smartphone. Toch zien we dat ook in die groepen het leesplezier langzaam terugkomt. Dat merken we bij interventies op de verschillende scholen. Want steeds meer leerlingen pakken weer vaker een boek, met mooie gevolgen voor het leesniveau. Het is dan ook mooi om te zien dat de kennis en ideeën van de expertgroep breed gedragen worden. Er is veel animo voor de groep en die levert veel positieve dingen op. Kortom: de expertgroep van Stichting Baasis is heel erg waardevol.’
‘Wij denken in kansen en mogelijkheden voor al onze medewerkers’
Wie in beweging blijft, blijft leren. Daarom stimuleert de HR-afdeling van Stichting Baasis zowel jonge als ervaren medewerkers om eens bij een andere Baasis-school te werken. ‘Dat is goed voor de scholen, maar ook voor de ontwikkeling van de medewerkers’, zeggen Angelique Buiter en Erik Kabel, van HR.
Bij Stichting Baasis kunnen medewerkers veel onderwijskanten op. ‘We hebben scholen met Daltononderwijs, talentonderwijs en regulier basisonderwijs. En we hebben hele grote scholen met honderden leerlingen, maar ook een kleine dorpsschool met tientallen leerlingen. Er is voor ieder wat wils’, zegt Angelique. ‘Om als mens en als organisatie in beweging te blijven, is mobiliteit van onze medewerkers nodig. Er is bij Stichting Baasis op dat gebied veel mogelijk.’
Spannende stap
Als voorbeeld noemen Angelique en Erik een leerkracht die na tientallen jaren op dezelfde school te hebben gewerkt onlangs overstapte naar een andere school binnen de stichting. ‘Dat was spannend voor haar, want ze voelde zich gewaardeerd op de school en kende er iedereen. Het was er vertrouwd. Maar nu, na haar overstap, vindt ze haar werk nog leuker. Dat is natuurlijk wat je wilt bereiken.’
Flexpool
Om startende medewerkers te binden aan de organisatie is voor hen een flexpool opgericht. ‘Daarin zitten zo’n vijftien starters. Die mogen kijken welke school het best bij hen past. Ze vervangen bijvoorbeeld een tijdje een zieke leerkracht op een van onze dertien scholen. Zo krijgen ze de verschillende dynamieken van de scholen mee en ontdekken ze waar ze zich thuis voelen’, zegt Erik.
Startersprogramma
Starters krijgen bovendien de eerste drie jaar bij Stichting Baasis een uitgebreid startersprogramma. ‘We organiseren bijvoorbeeld verplichte bijeenkomsten waar we steeds andere thema’s behandelen’, zegt Angelique. ‘Denk aan de zogenoemde gouden weken, de eerste weken van het schooljaar. In die periode ontstaan groepsdynamieken. Hoe bereid je je daarop voor? Of meidenvenijn, onenigheid tussen meisjes, hoe ga je daarmee om? Tijdens die bijeenkomsten draait het om ontmoeting en kennisdelen. Daarnaast hebben starters ook een maatje dat hen begeleidt en een coach. Deze aanpak wordt als heel positief ervaren.’
‘Baasis’-borrel
Om de mogelijkheden en voordelen van mobiliteit onder de aandacht te brengen binnen Baasis, is onder andere de ‘Baasis-borrel’ in het leven geroepen. Deze borrel wordt ongeveer twee keer per jaar georganiseerd, telkens door een andere school. Op de borrel van IKC Schuilingsoord in Zuidlaren kwamen veel medewerkers af. Die kunnen zo op een informele en laagdrempelige manier kennismaken met misschien wel toekomstige collega’s. Die borrels zijn vooral bedoeld om drempels te verlagen, wat het voor medewerkers makkelijker maakt om eens bij een andere school te kijken en misschien wel op een andere school te gaan werken.’
‘Veel mogelijk’
Mobiliteit kan ook betekenen dat de toekomst van een medewerker buiten Stichting Baasis ligt. ‘Onlangs hebben we iemand gedetacheerd in een functie binnen het speciaal onderwijs. Want daar lag toch meer het hart van degene’, zegt Angelique. ‘Bij Baasis denken we vooral in kansen en mogelijkheden voor al onze medewerkers. En dat doen we vanuit positivisme. Als iemand niet goed in zijn vel zit, helpen wij graag om dat te veranderen. Bij ons is veel mogelijk’, besluit Angelique.
‘Alles wat je vandaag doet voor een kind, draagt bij aan zijn of haar fundament. Je bouwt aan de toekomst.’ Met die boodschap inspireerde Bart Heeling, leerkracht en gedragsspecialist, een groep leerkrachten van Baasis om bewust te kiezen voor constructieve opmerkingen en feedback.
Wat is het verschil tussen ‘je bent te laat’ en ‘fijn dat je er bent’? Je kunt het in dezelfde situatie gebruiken, maar voor het kind voelt het als een wereld van verschil. ‘Je bent te laat’ is voor de leerkracht misschien niet meer dan een constatering, maar voor het kind kan het overkomen als bestraffend, met mogelijk spanning als gevolg. ‘Fijn dat je er bent’ maakt dat het kind zich gezien voelt en ontspannen aan de schooldag kan beginnen.
Experiment met ballonnen
Spanning staat leren in de weg. Dat laat Bart de deelnemende leerkrachten ervaren door middel van een kort experiment. Alle deelnemers krijgen een ballon en worden gevraagd die op te blazen. Vervolgens zegt hij: ‘Allemaal stil zijn, je ogen dichthouden en je ballon met twee handen vasthouden. Ik loop rond, maar niet zomaar’, kondigt hij aan. ‘Ik lees een verhaal voor én heb een cocktailprikker bij me.’ Hij beweegt de prikker omhoog, alsof hij in een denkbeeldige ballon prikt. Zenuwachtig gegiechel is het resultaat.
Stiekem ogen open
De ̩̩n doet stiekem toch zijn ogen open, de ander schiet in de lach en weer een ander begint gespannen te kletsen met haar buurvrouw Рprecies hoe het in een basisschoolklas ook gaat.
Na een ronde door het lokaal te hebben gemaakt, zegt Bart dat iedereen zijn ogen weer mag openen. Hij heeft in geen enkele ballon geprikt en er zijn ook geen andere verrassende dingen gebeurd.
‘Wat voelde je fysiek, als ik dichterbij kwam?’ vraagt Bart aan de deelnemers. ‘En wat waren je gedachten? Kon je je concentreren op het verhaal dat ik voorlas?’
De meesten is het verhaal grotendeels ontgaan. ‘Zo gaat het ook met spanning bij kinderen. Ze zijn meer met de leerkracht bezig dan met de lesstof. Waar is de leraar? Krijg ik zo de beurt? Doe ik het goed?’
Overtuigingen loslaten
Voor wie het wél lukte om het verhaal te volgen, zat er een interessante les in. ‘Het ging om het loslaten van je eigen overtuigingen en uitgaan van het kind’, vat Bart samen. ‘Kijken vanuit het kind-perspectief.’
Hij vertelt over een jongen die zijn middelvinger naar hem opstak. ‘Dat maakte me boos. Dus het was heel makkelijk geweest om daar direct op te reageren. Maar, ik wilde een constructieve reactie geven, dus ik parkeerde mijn boosheid en wachtte even. Toen vroeg ik: ‘Wat wil je me laten zien?’ Hij zei: ‘kijk meester, mijn wratje is weg’.’
Met deze anekdote laat Bart zien dat het gedrag van een kind vaak niet zozeer een ‘probleem’ is, maar door een volwassene verkeerd wordt geïnterpreteerd. ‘Door gedachten als ‘ze moeten gewoon luisteren’ of ‘het is ook altijd hetzelfde liedje’ wordt gedrag – vaak onterecht – verkeerd opgevat’, zegt Bart.
Â
Onbewust
Ten slotte geeft hij de leerkrachten nog een eyeopener mee. ‘Hoeveel procent van onze reacties denk je dat bewust gaat en hoeveel procent onbewust? 95 procent gaat onbewust. Bijvoorbeeld wat je zegt of je gezichtsuitdrukking.’
Op de vraag wat de deelnemende leerkrachten meenemen uit de workshop, antwoordt iedereen enthousiast dat ze met plezier gaan letten op hun eigen gedachten, reacties en gedrag. ‘Compassie, geduld, niet te snel reageren en nadenken voor je wat zegt’, vat een leerkracht samen.
Bart Heeling gaf de workshop Wat je zegt ben je zelf tijdens het Onderwijs Fiesta begin dit jaar, voor alle medewerkers van de 13 scholen van Stichting Baasis.
Keten me niet, maar boei me. Met die insteek inspireert Corinne Dekker, van Kracht Coaching & Training leerkrachten van Baasis. Boeiend onderwijs is een thema dat Baasis belangrijk vindt. Het zorgt voor meer leerplezier en beter leren.
Corinne, voormalig leerkracht, staat voor de groep en steekt van wal. Kort vertelt ze iets over haarzelf en dan is het al snel de beurt aan de deelnemers: ‘Ga allemaal staan. Wat wil je leren? Ik ga dingen opnoemen. Als je iets hoort waarover jij wil leren, ga je zitten.’
FocusÂ
Deze werkvorm klinkt simpel – en dat is het ook – maar het heeft een groot effect, legt Corinne uit. ‘Op het moment dat het brein weet wat die op wil halen in een les, is er meer focus. En dus is het kind – of in dit geval de leerkracht – meer geboeid.’
De leerdoelen van de leerkrachten deze ochtend lopen uiteen van: ‘ontdekken wat in het hoofd van kinderen omgaat’ tot ‘kinderen boeien die moeite hebben met het schoolse systeem’.
Ontmoeten
Corinne, die vele trainingen geeft op het gebied van boeiend onderwijs, heeft één sleutelwoord dat op twéé manieren kan worden geïnterpreteerd: ontmoeten. Ontmoeten als in: niets moeten, oftewel ‘ont-moeten’. En als in: elkaar zÃen. ‘Hoe meer je de kinderen ontmoet, hoe meer je ze kunt ont-moeten. Want als je weet wat hun passie is en wat hen betrokken maakt tot leren, is het voor hen geen moeten meer maar mógen!’, legt Corinne uit.
Enthousiasme is besmettelijk
Dan vervolgt ze haar verhaal met een tip die iedereen nog de volgende dag kan toepassen als hij of zij voor de klas staat. ‘Je bent besmettelijk. Daarmee bedoel ik, hoe positiever en enthousiaster jij bent, hoe positiever en enthousiaster de kinderen worden.’
Leerkrachten van Baasis krijgen op verschillende manieren workshops en trainingen aangereikt. Baasis heeft een leven lang leren namelijk hoog op de agenda staan. De workshop van Corinne werd aangeboden tijdens de Onderwijs Fiesta begin dit jaar, voor alle medewerkers van de 13 scholen van Stichting Baasis.